Voor een vergeten soldaat
Daar sta je, in een wildvreemd land,
met een ver verleden,
Die fijne tijd, met vrouw en kind,
het lijkt zo lang geleden.
Nu zit je daar,wat nonchalant,
tegen een boomstronk aan,
Met in je ene hand een peuk,
en in je oog een traan.
Die foto in je rechterhand,
je enige herinnering.
Je pakt de bijbel, leest nog wat
probeert maar te begrijpen,
waarom die oorlog komen moest,
die alles heeft verwoest.
Je put wat troost uit Genesis,
dat doet je even goed,
't is echter tijd om op te staan,
de hel weer tegemoet.
Waar je je makker dood ziet gaan,
daar in zo'n mijnenveld,
Nog snel zijn ketting voor zijn vrouw,
elke seconde telt.
Hoe machteloos sta je daar dan,
terwijl je vriend bezwijkt.
En al die jaren gaat dat door,
en word je langzaam gek,
Gek van angst, je bent zo bang,
hoe lang nog God, o God, hoelang?
Dan is bereikt het ideaal,
de vijand aan de kant,
Je mag weer terug, terug naar huis,
terug naar je vaderland.
Urenlang kus je je vrouw,
die je plots achterliet,
De oorlog die is nu voorbij,
jouw oorlog echter niet.
Die achtervolgt je jarenlang,
de tijd die je nog rest,
Hij sluipt naar binnen, overal,
je leven wordt verpest.
Alle emoties komen op,
en ook die beelden komen weer,
Van uiteengereten lijken,
ja, ze komen keer op keer.
Zo kost ons de vrijheid veel,
en duurt de oorlog nog steeds voort,
Nemen nu nog velen eraan deel,
Al 60 jaar.
met een ver verleden,
Die fijne tijd, met vrouw en kind,
het lijkt zo lang geleden.
Nu zit je daar,wat nonchalant,
tegen een boomstronk aan,
Met in je ene hand een peuk,
en in je oog een traan.
Die foto in je rechterhand,
je enige herinnering.
Je pakt de bijbel, leest nog wat
probeert maar te begrijpen,
waarom die oorlog komen moest,
die alles heeft verwoest.
Je put wat troost uit Genesis,
dat doet je even goed,
't is echter tijd om op te staan,
de hel weer tegemoet.
Waar je je makker dood ziet gaan,
daar in zo'n mijnenveld,
Nog snel zijn ketting voor zijn vrouw,
elke seconde telt.
Hoe machteloos sta je daar dan,
terwijl je vriend bezwijkt.
En al die jaren gaat dat door,
en word je langzaam gek,
Gek van angst, je bent zo bang,
hoe lang nog God, o God, hoelang?
Dan is bereikt het ideaal,
de vijand aan de kant,
Je mag weer terug, terug naar huis,
terug naar je vaderland.
Urenlang kus je je vrouw,
die je plots achterliet,
De oorlog die is nu voorbij,
jouw oorlog echter niet.
Die achtervolgt je jarenlang,
de tijd die je nog rest,
Hij sluipt naar binnen, overal,
je leven wordt verpest.
Alle emoties komen op,
en ook die beelden komen weer,
Van uiteengereten lijken,
ja, ze komen keer op keer.
Zo kost ons de vrijheid veel,
en duurt de oorlog nog steeds voort,
Nemen nu nog velen eraan deel,
Al 60 jaar.

0 Comments:
Een reactie posten
<< Home